Drie gepeste kinderen per schoolklas is doorsnee


verdriet(2)

Gemiddeld worden er in elke klas van 27 leerlingen drie gepest, zo blijkt uit nieuw landelijk onderzoek van de 25 regionale gezondheidsdiensten en het RIVM. Vmbo-leerlingen zijn vaker slachtoffer én dader dan leerlingen op havo of vwo. Jongens pesten twee keer zo vaak als meisjes.

De gezondheidsmonitor onder 100.000 jongeren uit klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs, toont een verband aan tussen pesten en weerbaarheid. Jongeren die makkelijker stelling durven nemen, maar ook degenen die zich gezonder voelen en minder emotionele problemen hebben, worden gemiddeld drie keer minder gepest.

Het is voor het eerst dat alle gezondheidsdiensten dezelfde enquête hebben rondgestuurd. De vragen zijn op 377 scholen ingevuld, individueel, achter de computer. Het gaat niet om zomaar een beetje plagen, maar om uitschelden, gemene roddels verspreiden, iemand buitensluiten of bespugen. Nog eens ruim 5 procent geeft specifiek aan via internet en sociale media te worden getreiterd.

"Dit onderzoek bevestigt dat we nog meer moeten investeren in weerbaarheid", zegt Irene Linders-Wouters die vanuit de GGD Noord- en Oost-Gelderland gezondheid op scholen bevordert en leerlingen en ouders leert omgaan met sociale media. "Hoe blijf je staande in een groep, durf je voor je mening uit te komen? Als je van te voren bedenkt wat je wilt, kom je niet voor verrassingen te staan of ga je niet mee in groepsgedrag." Dat helpt trouwens heel breed in het gezond volwassen worden, zegt ze. "Ook als het gaat om seksualiteit of omgaan met drugs en alcohol."

Verschillen tussen scholen
Pesten gebeurt vooral in de leeftijd van 10 tot 14 jaar, weet Klaas Hiemstra, projectleider van het Centrum School en Veiligheid. Kinderen zijn dan met hun identiteit bezig en gaan zien wat voor effect ze op anderen hebben. Het speelt dus zowel op de basisschool als in het voortgezet onderwijs. Op kleine én grote scholengemeenschappen. Hiemstra kan niet verklaren waarom het op vmbo-scholen vaker voorkomt.

De inspectie schreef afgelopen week dat 11 procent van de leerlingen in het VO zich onveilig voelt. In het basisonderwijs gaat het om gemiddeld 6 procent van de leerlingen. De inspectie ziet grote verschillen: op sommige scholen voelt een paar procent zich onveilig, op andere maar liefst een kwart. Scholen waar leerlingen zich veiliger voelen, doen vaak meer aan preventie.

Belangrijk is dat leerlingen ergens terecht kunnen, zegt Klaas Hiemstra. Gebrek aan aandacht maakt het pesten erger. "Een school is er niet met een uurtje mentorles of het volgen van een van de vele anti-pestprogramma's. Pesten is eerder een groepsproces dan ruzie tussen twee leerlingen. Een incidenteel gesprek helpt nooit. Eigenlijk moet je er als school de hele dag mee bezig zijn. Uitdragen dat je respectvol met elkaar wilt omgaan. Dat pesten niet wordt getolereerd. Het is van belang dat docenten onderling overleggen en weten wat er op de gangen en buiten school gebeurt. In de klas voelen gepeste leerlingen zich nog het veiligst."


Bron: trouw.nl


Lees meer >>