Kinderen van patiënten met een erfelijke aandoening hebben vaker negatieve jeugdervaringen en zijn vaker onveilig gehecht dan kinderen van gezonde ouders. Dat blijkt uit onderzoek waarop Luciënne van der Meer op 3 september promoveerde aan de Universiteit Leiden.

Van der Meer deed onderzoek in families waarin erfelijke aandoeningen voorkomen, zoals erfelijke borst- en eierstokkanker en neurologische aandoeningen als de ziekte van Huntington. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat nakomelingen van een ouder met een neurologische aandoening in hun kindertijd vaker disfunctioneren van de ouder hadden meegemaakt en een minder goede mentale gezondheid en meer hechtingsangst hadden dan de controlegroep. Nakomelingen van een ouder met borst- of eierstokkanker hadden vaker een ouder verloren in hun kindertijd en hadden een minder goede mentale gezondheid en meer psychologische klachten. Personen die jonger waren dan 16 jaar toen hun ouder ziek werd, hadden meer hechtingsangst dan degenen die al ouder waren.

Bron: Universiteit Leiden, NJI

Lees meer >>