Narcisme: je ziet het pas als je het doorhebt


narcisme vierkant

Iedereen heeft wel een beeld bij narcisme. Minder bekend is echter dat er twee subgroepen zijn: je hebt namelijk zowel openlijk narcisme als verborgen narcisme. Openlijk narcisme is nog wel te herkennen, ook voor leken. Maar bij verborgen narcisme is dat een heel ander verhaal. Een verborgen narcist gedraagt zich niet overal en niet tegen iedereen hetzelfde. Niet iedereen wordt dus direct slachtoffer van hem of haar. Blik op Hulp interviewde Bianca Verbeek, die een boek schreef over het leven met iemand met narcisme.

Waarnemingen
“Als iemand verborgen narcisme heeft, dan zijn de waarnemingen van de ene persoon in zijn of haar omgeving, meestal niet gelijk aan de waarnemingen van een andere persoon in diezelfde familiale en sociale kring of werkomgeving”, begint Verbeek. “Verborgen narcisme heet niet voor niets ‘verborgen’. Een verborgen narcist beweegt met zijn omgeving mee zoals een korenhalm met de wind. Alleen intimi zullen het kunnen herkennen op basis van heel veel situaties, uitspraken en kennis.

Hulpverlening
In de hulpverlening worden de partners en de kinderen van narcisten het meest gezien. Zij blijken degenen die door toedoen van de narcist met hulpverlening in aanraking komen en niet zozeer de persoon met narcisme zelf.

Verbeek: “Voordat zij met hulpverlening in aanraking komen is er vaak al een heel levenstraject aan vooraf gegaan. Bovendien is een gedeelte van het afgelegde pad onzichtbaar en ontastbaar. Ook deze slachtoffers hebben dat zelf meestal niet in de gaten gehad. Personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis ‘gaslighten’ en manipuleren hun partners en kinderen. Het zijn professionele mindfuckers. Geboren en geworden acteurs en actrices. Oscar-waardig. Hans Klok is er niets bij. Het komt voor in álle lagen van de bevolking.”

Gaslighting
Wat is dat ‘gaslighten’ dan precies? “Het gaslightproces gaat heel geleidelijk, meer en minder subtiel”, legt Verbeek uit. “Vaak héél geraffineerd. Binnen het gaslighten worden de slachtoffers pathologisch belogen, opgehemeld, bedrogen, gecomplimenteerd, geïndoctrineerd, gepaaid, bedreigd, genegeerd, beschuldigd, gekleineerd, gedevalueerd, gedenigreerd, maar ook geïsoleerd van familie en vrienden. Regelmatig komen zij met de narcist terecht in woordensalades: gesprekken, discussies en ruzies krijgen een verbale draai, zodat het niet meer gaat om waar het om begon. Dat is voor zulke slachtoffers héél verwarrend. Zij worden dus qua energie compleet leeggezogen en opgefokt, waardoor er regelmatig ook al fysieke klachten aanwezig zijn.”

Onzeker
Partners van mensen met narcisme blijken vaak emotioneel codependent te zijn. Ze zijn ongezond empathisch waardoor ze na verloop van tijd zichzelf kwijtgeraakt zijn. Verbeek: “Ze zijn zich veel te veel gaan aanpassen aan hun narcistische partner en diens omgeving. Twijfelen aan hun eigen waarnemingsvermogen, denken dat het aan henzelf ligt en luisteren niet naar hun intuïtie. Zij geven hun grenzen niet of onvoldoende goed aan. Zijn in de loop van hun leven onzeker geworden over zichzelf. Vaak ligt de gezinssituatie uit hun jeugd daar aan ten grondslag. Ze waren al gewend zich aan te passen, ze wisten niet beter. En weten vaak nog steeds niet beter.”

Doordat ze té empathisch zijn, zijn ze vaak eerlijk, onbaatzuchtig, verzorgend, integer en loyaal. “Zulke mensen zijn ideale prooien voor personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Codependente mensen zijn bovendien vaak ook hele intelligente sterke mensen die naar de buitenwereld ook sterk overkomen”, aldus Verbeek.

Instinker
De codependente partner gaat na verloop van tijd vaak ander gedrag vertonen. Opgefokt, emotioneel, defensief of juist heel angstig en labiel. Verbeek waarschuwt: “En daar gaat het met de hulpverlening snel mis. De instinker! De hulpverlener gaat mee in de omgekeerde wereld van de narcist. De hulpverlener wordt op het verkeerde been gezet. Het slachtoffer wordt daardoor aangezien voor de veroorzaker, dader, pleger of labiel persoon en de partij met de cluster-B-persoonlijkheidsstoornis speelt toneel naar de buitenwereld en lacht in zijn of haar vuistje. De codependent wordt niet herkend. De codependent is niet toxisch en niet destructief. Dat is de persoon met narcisme.”


Destructief
Een emotioneel codependente ontwikkeling is op de lange termijn wel destructief voor de persoon zelf. Door de continue stress binnen narcistisch misbruik en de daaruit voortvloeiende continue cortisolproductie worden veel psychische en fysieke klachten als een burn-out, paniek- en angstaanvallen, depressie en vele andere klachten en ziektes gevoed.

Zowel zijzelf als anderen zonder (ervarings)deskundigheid kunnen er meestal niet de vinger op leggen. “Maar zou je aan een empathische vriend of vriendin vragen of de codependent de afgelopen jaren is veranderd, dan zul je daar een bevestigend antwoord op krijgen”, stelt Verbeek.

Binnen de twee subgroepen van openlijk en verborgen narcisme zijn er circa 43 verschillende typen narcisten. Het blijkt dus een complexe materie, die je niet ‘even’ uit een boekje onder de knie krijgt.

Taboe
“Soms lijkt het wel alsof het woord ‘narcist’ niet eens uitgesproken mag worden”, verzucht Verbeek. “Het is overduidelijk een taboe. En dat terwijl het heel veel voorkomt! Misschien wel, juíst omdat het zoveel voorkomt. Narcisten zitten niet te wachten op verspreiding van deze kennis. Zij springen dus direct in de weerstand. Die weerstand is veelzeggend. Het denigrerend wegwuiven van deze kennis en uitleg eveneens.”

Evenmin biedt een wekelijks of tweewekelijks bezoekje van een uur aan een hulpverlener snel soelaas. “Voordat je dan zover bent dat de persoonlijksstoornis of -structuur zichtbaar wordt, ben je jaren verder als de professional al niet gemanipuleerd is.”

Regelgeving
Ook de wet- en regelgeving maakt het er volgens Verbeek niet gemakkelijker op om deze personen te ‘ontmaskeren’ en zo de slachtoffers passende hulp te kunnen bieden. “Er mag niet gezegd worden dat iemand een narcist is, zolang het niet door een daarvoor bevoegde professional is vastgesteld. Daar komt direct het eerste probleem om de hoek kijken. Personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis mankeren niets, althans zo zien zij dat zelf. Zelfreflectie is afwezig. Zij zoeken daarom ook geen hulp en zitten al helemáál niet op deze diagnose te wachten. Wat zij wél doen, is op allerlei slinkse manipulatieve manieren, anderen beschuldigen. Niet zelden proberen ze juist de ander te laten diagnosticeren met een psychische aandoening of stoornis. Een zeer veelgehoorde misdiagnose is de borderline persoonlijkheidsstoornis bij partners van mensen met narcisme. Met het grootste gemak vertonen narcisten aangeleerd gewenst sociaal gedrag. Zij projecteren zichzelf op anderen. Echter, het zijn geperfectioneerde kopieën van mensen. Als je als hulpverlener het verhaal van de narcist omdraait, dan hoor je dus pas het werkelijke verhaal, de waarheid. Personen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis draaien ook heel veel psychiaters, psychologen en andere therapeuten of hulpverleners een rad voor ogen. In het verlengde daarvan ook mediators en rechters.”

Training
Hulpverleners zouden volgens Verbeek meer getraind mogen worden op de zogenaamde ‘rode vlaggen’. Gedraagt de persoon in kwestie zich infantiel binnen de relatie? Voelt het voor de partner alsof zij of hij er een kind bij heeft? Hoe empathisch is hij of zij? Hoeveel inlevingsvermogen is er aanwezig?

“Het gedrag, uitspraken en opmerkingen tijdens zwangerschappen, tijdens bevallingen, bij ziekte, bij crematies en begrafenissen, erfenissen en (conflict)scheidingen zijn goede graadmeters. Zeker in combinatie met het verpesten van verjaardagen, feestdagen en andere feestelijkheden, net als vakanties. Maakt de vermoedelijke narcist verschil tussen zijn of haar kinderen? Heeft hij of zij een lievelingskind? Hoe belangrijk is geld? Worden de kinderen gemanipuleerd tot ouderverstoting?”

Inhaalslag
Verborgen narcisme komt volgens Verbeek heel erg veel voor. “En dus zo goed als nooit gediagnosticeerd. Als we daarop moeten wachten, dan kunnen we wachten tot we een ons wegen. Ervaringsdeskundige professionals en andere ervaringsdeskundigen die tevens veel theoretische kennis hebben en liefst zelf inmiddels goed zijn geïntegreerd, kunnen zorgen voor een inhaalslag. Als zij ook al veel lotgenoten hebben gesproken over hun ervaringen, dan kunnen zij de patronen veel sneller herkennen.”


Bron: blikophulp.nl


Lees meer >>