Promotie: De ontwikkeling van matig te vroeg geboren kinderen


peuter(2)

Matig te vroeg geboren: zo worden kinderen die zijn geboren na een zwangerschapsduur tussen 32 en 37 weken ook wel omschreven. Elk jaar worden er 10.000 kinderen matig te vroeg geboren. Dit betekent dat er in elke schoolklas ongeveer 2 matig te vroeg geboren kinderen zitten. Hebben deze kinderen al op peuterleeftijd een verhoogd risico op problemen in gedrag, ontwikkeling en aandachtvaardigheden? Met haar promotieonderzoek zocht Marjanneke de Jong antwoord op deze vragen.

Op de leeftijd van 18 maanden bleken de matig te vroeg geboren kinderen meer moeite te hebben met het volhouden van aandacht voor een langere periode, dan de op tijd geboren kinderen. Daarnaast hebben matig te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van 24 maanden minder taalbegrip vaardigheden. Op dezelfde leeftijd laten matig te vroeg geboren kinderen ook meer internaliserend probleemgedrag zien, wat betekent dat zij sneller van slag en wat meer gespannen en teruggetrokken zijn.

Ook heeft De Jong onderzocht op welke manier de verschillende kenmerken en vaardigheden van de kinderen en het gedrag van hun moeders met elkaar samenhangen. Naarmate de kinderen na een kortere zwangerschapsduur ter wereld waren gekomen, bleken de moeders vaker de aandacht van het kind op de leeftijd van 18 maanden af te leiden, wat ook samenhing met meer moeite van de kinderen om zich te concentreren. Dat hing vervolgens weer samen met lagere scores op de verstandelijke ontwikkeling op de leeftijd van 24 maanden. Dit betekent dat een combinatie van biologisch risico, stimulatie door de moeders en aandachtvaardigheden van het kind samenhangt met de verstandelijke ontwikkeling op tweejarige leeftijd.

De Jong concludeert dat haar onderzoek aantoont dat matig te vroeg geboren kinderen aandacht nodig hebben.


Bron: Universiteit Utrecht


Lees meer >>