Voor het onderzoek kregen twaalf patienten die lijden aan een bipolaire stoornis een smartphone. Wetenschapper Venet Osmani van het Center for Research and Telecommunication Experimentation for Networked Communities in Trento controleerde gedurende een periode van vier maanden elke drie weken hun gesteldheid.

Het blijkt dat de activiteits- en locatiegegevens op de smartphone in 94 procent van de gevallen een verandering in de stemming juist heeft voorspeld. Door ook te kijken naar de frequentie en snelheid van telefoongesprekken werd dit verhoogd naar 97 procent.

Het komt er op neer dat wanneer gebruikers meer activiteit tonen (gemeten via de GPS en bewegingssensor) en sneller en vaker bellen dat wijst op een verschuiving naar een manische episode. Als activiteit en aantal en duur van de gesprekken achteruit gaan, lijkt er een depressie aan te komen.

Hoewel het onderzoek slechts gedurende een beperkte periode onder een klein aantal manisch depressieve patiënten is gedaan, noemt de onderzoeker de resultaten veelbelovend. Door de verandering in stemming snel waar te nemen, kunnen patiënten beter voor zichzelf zorgen en op tijd hulp zoeken.