Ouders die zelf veel tv of YouTube-filmpjes kijken, geven hun peuter of kleuter elke dag bijna drie uur schermtijd. Maar ook in gezinnen waar de Duplo hoger staat aangeschreven dan de iPad, zitten kleintjes dagelijks nog anderhalf uur voor een scherm.
De internationale norm is één uur, zegt Peter Nikken, maar dat is ook maar een richtlijn. Minstens even belangrijk is waarmee die schermtijd wordt gevuld, vindt de hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, die maandag wordt geïnstalleerd als lector jeugd en media aan hogeschool Windesheim. Laten de kinderen aflevering na aflevering van 'SpongeBob' over zich heenkomen, of praat 'Het Klokhuis' ze bij over roofvogels? Uit zijn onderzoek blijkt dat zowel hoogopgeleide ouders die vinden dat digitale media eigenlijk geen plek hebben in een kinderleven, als laagopgeleide ouders die hun kleintjes nauwelijks grenzen opleggen, daar weinig zicht op hebben.
Nikken onderzocht het verband tussen mediagebruik van ouders en hun kinderen onder de zeven jaar. Vaders en moeders die zelf dagelijks meer dan 6,5 uur voor de televisie zitten of op de tablet, échte grootverbruikers, hebben vaak een huis vol schermen. Ook op de kinderkamer staat een tv. Terwijl zij in de huiskamer op de bank zitten, kunnen de kleintjes zappen wat ze willen. Of er geweld of seks voorbijkomt, weten de ouders niet. Ze hebben er weinig vertrouwen in dat hun kinderen beter worden van al die schermtijd, maar nee zeggen vinden ze lastig, zegt Nikken. "Media vullen de dag. Vaak wonen ze in wijken waar niet echt lekkere speelgelegenheid is en er is geen geld voor een dagje dierentuin. Een tv of tablet is makkelijk en relatief goedkoop."
Aan de andere kant van het spectrum staan de hoogopgeleide, goedverdienende ouders die in hun vrije tijd zo min mogelijk achter een scherm zitten. Hooguit een uurtje. Hun peuters en kleuters gaan daaroverheen; die zitten op anderhalf uur. Ook deze ouders kijken maar weinig mee, zo blijkt uit Nikkens onderzoek, en sturen hun kinderen niet veel richting educatieve programma's of spelletjes. Wellicht laat hun eigen mediawijsheid te wensen over, zegt hij. Nu is dat zo erg nog niet, maar als hun kleintjes groter worden zullen deze vaders en moeders hun kennis moeten opvijzelen, vindt Nikken. Want op welke site je klikt, hoe je je gedraagt op Facebook, welke film echt te gewelddadig is, daar moeten ouders hun kinderen in opvoeden.
De categorie ouders ertussenin zapt, surft en chat aanzienlijk meer dan hun kinderen, maar zit ook vaker naast hen als die een scherm opzoeken. Meer dan de groot- en kleinverbruikers leiden deze vaders en moeders hun kinderen naar sites met kleurplaten, geheugenspelletjes en puzzels, aldus Nikken. Zij zien mediagebruik als positief: hun kind wordt er beter van.
Bron: trouw.nl
Wachtwoord vergeten? |