Twintigjarigen, die als tienjarige aan hevige stress bloot hebben gestaan, slagen er slechter in om risico’s correct in te schatten. Dit hebben Amerikaanse onderzoekers vastgesteld.
Als kinderen aan hevige stress zijn blootgesteld (denk aan mishandeling, drugsgebruik en veel verschillende pleeggezinnen) verandert de werking van hun hersenen. Als volwassene slagen zij er in spelsituaties minder goed in dreigend verlies te onderkennen. Daardoor nemen ze grotere risico’s, ook al is de kans op verlies groot. Ze leren vervolgens nauwelijks van dat verlies. Ook blijken ze in het dagelijks leven vaker risicovol gedrag te vertonen, zoals roken, geen veiligheidsgordel dragen of sms’en achter het stuur.
Bijzonder experiment
In een bijzonder experiment in Proceedings of the National Academy of Sciences hebben onderzoekers ruim honderd kinderen tien jaar lang gevolgd. Van die groep hebben ze de 20 procent van de kinderen met het hoogste en de 20 procent kinderen met laagste kinderstressniveau als twintiger opnieuw uitgenodigd voor een serie testspellen in het laboratorium.
Geen gevaarherkenning
In een spelsituatie waarin verlies dreigde, vertoonden de deelnemers zonder kinderstress verhoogde hersenactiviteit. Dit was bij de deelnemers met veel stress tijdens hun jeugd niet het geval. De spelers met kinderstress leken het gevaar dus niet te zien aankomen. Zij hadden juist wél meer hersenactiviteit dan verwacht op het moment dat vervolgens het verlies incasseerden: volgens de onderzoekers waarschijnlijk omdat het hen volledig overviel.
Geen lerend vermogen
Misschien nog wel zorgwekkender: de deelnemers met veel kinderstress leerden niet van hun fouten, in tegenstelling tot de andere deelnemers. In een gokspelletje bleven ze consequent zwaar inzetten in relatief kansloze situaties. Kansrijke situaties lieten ze regelmatig lopen. Volgens de onderzoekers lijken hun hersenen de informatie over de risicovolle situatie niet correct te verwerken.
Niet gekoppeld aan huidig stress niveau
De onderzoekers bepaalden ook het stressniveau van de deelnemers op het moment dat ze de spellen speelden. Dat hing niet samen met hun reactie. Het is bekend dat stress als kind vaak samenhangt met een hoger stressniveau later in het leven. In voorgaand onderzoek was het altijd lastig om die twee van elkaar los te koppelen. Daar slaagt het huidige onderzoek wél in, doordat er meetwaarden bestonden van het stressniveau tien jaar eerder.
Kleine aantallen, grote verschillen
De aantallen onderzochte proefpersonen waren klein: 29 in de groep met kinderstress, 25 in de groep zonder kinderstress. (De middengroep werd zoals boven beschreven buiten beschouwing gelaten). Desondanks zijn de conclusies van het onderzoek robuust: de gevonden verschillen waren zo groot dat ze niet aan toeval konden worden toegeschreven.
Werkt straffen wel?
De resultaten van het onderzoek zijn van belang voor de vraag hoe autoriteiten het beste met getraumatiseerde kinderen kunnen omgaan. Kinderen met chronische stress hebben een verhoogde kans op bijvoorbeeld tienerzwangerschappen en criminaliteit. Vaak wordt geprobeerd hun gedrag te veranderen door met straffen te dreigen. “Men gaat er vaak van uit dat mensen begrijpen dat hen een straf boven het hoofd hangt,” schrijft hoofdonderzoeker Seth Pollak van de University of Wisconsin-Madison. “Dat lijkt onterecht.”
Bron: nporadio1.nl
Wachtwoord vergeten? |