Vechtscheiding vergroot kans op PTSS bij kind


vechtscheiding vierkant

Kinderen van ouders die in een vechtscheiding zijn beland, hebben vooral last van de dagelijkse gevolgen hiervan zoals het wisselen van huizen, het omgaan met verschillende regels en de conflicten tussen de ouders. Klinisch psycholoog Margreet Visser: ‘Bijna de helft van deze kinderen heeft een verhoogd risico op een posttraumatische stressstoornis.'

Omdat de behandelingen van ouders en kinderen die verstrikt zaten in conflictueuze scheidingsprocessen niet voldoende resultaten boekten, ontwikkelde Visser zes jaar geleden samen met collega Justine van Lawick de interventie ‘Kinderen uit de Knel’. Visser: ‘Al snel was er veel belangstelling voor deze interventie, maar we wisten nog niet zeker wat voor resultaten hij zou opleveren. Daarom zijn we een onderzoek gestart waaraan 17 instellingen, 82 vaders, 82 moeders en 142 kinderen meewerkten.’

Overeenkomsten
De deelnemers aan het onderzoek vulden voorafgaand aan de interventie een vragenlijst in. Na afloop van de interventie, zo’n vier en een halve maand later, deden ze dit nogmaals. Visser: ‘De diversiteit van de groep ouders in een vechtscheiding is heel hoog. Dat is ook de reden dat er wereldwijd geen sluitende definitie is van de term. Met het onderzoek wilden we achterhalen waar de overeenkomsten in de groep zitten, wat de gevolgen van een vechtscheiding kunnen zijn voor kinderen en hoe de interventie hier verandering in kan brengen.’

PTSS
De vijf onderzoekers (Kim Schoemaker, Annelies de Kruiff, Margreet Visser, Justine van Lawick en Catrin Finkenauer) gingen er bij het opstellen van de vragenlijst vanuit dat een vechtscheiding voor kinderen gevolgen kan hebben voor hun welzijnsniveau, hun relatie met hun ouders en een verhoogde kans zou kunnen geven op een posttraumatische stressstoornis. Dat laatste bleek duidelijk het geval. ‘De helft van de kinderen scoort een verhoogd risico op PTSS. Dat is vergelijkbaar met een steekproef die is gedaan onder mishandelde kinderen’, aldus Visser.

Welzijnsniveau
Wel bleken de kinderen een hoger algemeen welzijn te ervaren dan de onderzoekers verwacht hadden. Visser: ‘Uit de ingevulde vragenlijsten kwam naar voren dat de kinderen best hoog scoorde op hun algemene welzijn. Waar ze wel heel veel last van hadden, was de overgang van het ene huis naar het ander huis nu ouders niet meer bij elkaar wonen. Dat komt onder meer door verschillende regels, ouders die negatief over elkaar praten en spullen die steeds ergens anders liggen. Ik ben hierover na gaan denken en vermoed dat we in een volgend onderzoek de vragen anders moeten formuleren. De vragen naar een gevoel van welzijn waren gesteld als “Hoe voel je je bij je moeder?”. De kinderen bleken zich bij beide ouders ok te voelen. Maar we hebben niet gevraagd naar hun gevoel van welzijn als ze van de een naar de ander moeten, of hun gevoel van welzijn als ze aan het sporten zijn en beide ouders langs de lijn staan.’

Overlevingsmechanisme
Een andere verklaring voor het vrij hoge welzijnsniveau van de kinderen is volgens Visser hun overlevingsmechanisme. Kinderen minimaliseren het beeld van hun vader als ze bij hun moeder zijn en andersom. Visser: ‘Dat heeft te maken met loyaliteit. Ze bouwen hun zelfbeeld gefragmenteerd op. Daardoor kun je je goed voelen, maar het kan op lange termijn ook leiden tot emotionele problemen.’

Sociale netwerken
Uit het onderzoek komt ook duidelijk het belang van sociale netwerken naar voren. Als het sociale netwerk van een kind één van beide ouders afkeurt, leidt dat tot meer conflicten. Visser: ‘Hier ligt een taak voor sociaal werkers. Praat gericht met kinderen over waar ze last van hebben en bespreek met hun ouders wat zij hierin kunnen betekenen. En bouw bruggen tussen de sociale netwerken. De sociale netwerken van ouders in een vechtscheiding zijn te vergelijken met twee dorpen in oorlog. Iedereen kiest een kant en de kinderen zijn eigenlijk de enigen die niet mogen kiezen. Bouw bruggen tussen die netwerken. Dat maakt de situatie voor de kinderen gemakkelijker.’

Diepte-interviews
De uitkomsten van het onderzoek zijn direct verwerkt in de interventie zodat daarin meer aandacht is voor de problemen die kinderen ervaren. Daarnaast wil Visser een vervolgonderzoek starten. ‘Hierin wil ik meer diepte-interviews doen met kinderen. Zowel voor als na de interventie. Om dat te kunnen doen, gaan we een instrument ontwikkelen waarmee we goed kunnen meten waar de kinderen last van hebben en hoe dat veranderd na de interventie.’


Bron: zorgwelzijn.nl


Lees meer >>

Agenda