Een nieuwe studie wijst uit dat vrouwen twee keer meer kans hebben dan mannen om een angststoornis te ontwikkelen. Ook de reden daarvoor wordt opgehelderd: vrouwen zouden meer dingen hebben om zich zorgen over te maken, zo meldt knack.be
Vier procent van de mensen wereldwijd hebben te kampen met een angststoornis, met Noord-Amerika als epicentrum: daar heeft maar liefst 8 % van de bevolking last van oncontroleerbare zorgen en angsten. Van het wereldwijde percentage is het overgrote deel vrouw. Meer zelfs: een vrouw van onder de 35 jaar heeft twee keer meer kans om aan een angststoornis te lijden dan een man. Zwanger of net bevallen zijn, verhoogt die kans nog eens.
Dat verschil tussen mannen en vrouwen is volgens de studie van de University of Cambridge, die werd gepubliceerd in het magazine Brain and Behavior, te verklaren op verschillende vlakken. Ten eerste zijn mannen minder geneigd aan te geven dat ze bang zijn en zullen ze er dus minder snel hulp voor zoeken. Ten tweede zou ook de andere hormoonhuishouding, of het feit dat vrouwen sowieso gevoeliger zijn voor stress kunnen meespelen in het al dan niet ontwikkelen van een angststoornis.
Er is echter ook nog een derde verklaring voor het genderverschil in angstpatiënten, zeggen de onderzoekers: de klassieke genderpatronen. De zorg voor kinderen en onbetaalde arbeid in huis is – naast de dagtaak waarvoor een vrouw doorgaans ook nog eens minder betaald wordt dan een man – een extra bron van stress.
Sommige neurowetenschappers geloven daarbij dat het brein van een vrouw meer ingesteld is op intuïtief en analytisch denken, waardoor vrouwen vaker anticiperen op risico’s die de toekomst zou kunnen brengen voor hen en hun gezin. Andere onderzoekers stellen ook dat vrouwen vaker geneigd zijn om te multitasken dan mannen, maar dat ze door de stress die daaruit voortkomt én door hormonen minder goed kunnen slapen om van alles te bekomen.
Bron: ggznieuws.nl / knack.be
Wachtwoord vergeten? |